Duration 1:46

Honing

Published 13 Apr 2020

Honing (of verouderd: honig) is een natuurlijke vloeibare zoete substantie die ontstaat als honingbijen en/of honingmieren nectar uit bloemen verzamelen en deze vervolgens omzetten. De nectar wordt zowel door toevoegen van enzymen als door indikking door verdamping omgezet naar honing.[1] Honing wordt door mensen als voedingsmiddel gebruikt. De kleur en de smaak van honing wordt grotendeels bepaald door de oorsprong van de nectar (honing van de paardenbloem smaakt anders dan die van bijvoorbeeld de linde), maar ook de mate van kristallisatie is van invloed op de smaaksensatie. Inhoud 1 Honingproductie 1.1 Haalbijen 1.2 In de bijenkast 1.3 Verwerking door de imker 1.3.1 Slingeren 1.3.2 Persen 1.3.3 Raathoning 1.3.4 Brokhoning 1.3.5 Crèmehoning 2 Honingsoorten 2.1 Honingdauwhoning 3 Kenmerken en samenstelling van honing 3.1 Kristalliseren 3.2 Temperatuur 4 Baby's 5 Antibioticum 6 Culturele betekenis 7 Houdbaarheid 8 Literatuur 9 Externe link Honingproductie Haalbijen Nectar bevat diverse suikers, mineralen en sporenelementen. De haalbijen zuigen tijdens hun foerageervluchten de vloeibare nectar op van de nectariën van bloemen en andere plantendelen. De nectar komt in de in het achterlijf gelegen honingmaag. (Het ventiel tussen honingmaag en middendarm verhindert daarbij de vermenging met de producten van de spijsvertering van de bij.) De haalbijen voegen er daar direct al (vanuit verschillende speekselklieren in de kop en het borststuk van de bij) de eerste enzymen en goede bacteriën aan de nectar toe. Door de werking van deze enzymen en enzymen afkomstig van de planten breken de meervoudige suikers af tot beter verteerbare enkelvoudige suikers. In de bijenkast Bij terugkomst in de bijenkast wordt het suikerhoudende sap uit de honingmaag via de monddelen aan de jongere bijen overgedragen. Terwijl de druppel van bij naar bij beweegt voegen de bijen steeds kleine beetjes speeksel - ook wel secreet genoemd - toe vanuit de kopklieren tijdens het passeren van de slokdarm. In dit speeksel zitten verschillende enzymen zoals diastase, invertase, katalase die inwerken op de nectarsuikers. Ook glucoseoxidase wordt toegevoegd. Glucoseoxidase activeert de omzetting van glucose tot gluconzuur en waterstofperoxide. Het gluconzuur creëert een zuur milieu en de waterstofperoxide zorgt voor een desinfecterend effect, waardoor de honing en ook de bijenkast bacterie- en schimmelvrij blijven. Hoe meer glucoseoxidase aanwezig is, hoe meer waterstofperoxide en gluconzuur er zal worden gevormd. Het enzym blijft actief zolang de nectar nog niet helemaal tot honing is ingedikt. Het vochtgehalte wordt verminderd in de honing door verdamping; daartoe wordt de honing in druppeltjes op de bijentong aan de warme droge lucht in de bijenkast blootgesteld. Gedurende deze operatie worden ook voortdurend enzymen toegevoegd. Daarna wordt de honing in de lege honingraatcellen opgeborgen. In de honingraat wordt de honing ten slotte door speciale ontvochtigings- en ventilatietechnieken zoals snel vleugelgeklapper verder ingedikt, totdat de honing een watergehalte van ongeveer twintig procent en de juiste rijpheid heeft. Als de honing rijp is worden de cellen met wasdekseltjes verzegeld. Voor de imker is dit het teken dat de honing geoogst kan worden. Voor elke kilo honing is vier kilo nectar nodig. Een bijenvolk in Nederland produceert ongeveer dertig kilo honing per jaar. Verwerking door de imker Slingeren De ramen worden uit de bijenkasten genomen, de wasdekseltjes waarmee de cellen verzegeld zijn, worden weggesneden, waarna de ramen met de open raat in een centrifuge (de honingslinger) wordt gehangen en de honing eruit wordt geslingerd. De honing wordt vervolgens gezeefd. De meeste honing is tegenwoordig slingerhoning.

Category

Show more

Comments - 1